CD&V

 

Vereniging ter Bevordering van de Francophonie in Vlaanderen vzw
Aan de heer Edgar FONCK
Directeur
Spreeuwenlaan 12
8420 De Haan

 

Geachte heer Directeur,

Hierna vindt u vanuit CD&V de antwoorden op uw vragenlijst:

1. Zou uw partij bereid zijn om, in de onderhandelingen over de samenstelling van een nieuwe regering, het onderwerp aan te snijden van de erkenning der Franstalige minderheid in Vlaanderen (en vanzelfsprekend ook die van de andere minderheden in de andere regio's)? Zou u met name aandringen op de ratificering van de Kaderovereenkomst?

CD&V: CD&V ziet geen nood om de Franstalige minderheid in Vlaanderen te erkennen. Voor CD&V is de "referentie-omgeving" waarbinnen het al dan niet bestaan van minderheden moet worden beoordeeld, de Staat of een land en bijgevolg België en niet een deelstaat of welbepaald landsdeel. De vraag naar de erkenning van minderheden in een «deelstaat», in Vlaanderen resp. Wallonië gaat uit van een logica van separatisme die we als CD&V verwerpen. De Franstaligen maken, gelet op de vele institutionele evenwichten en beschermingsmaatregelen GEEN minderheid uit in België. Als België al een minderheid zou tellen, komt enkel de Duitstalige Gemeenschap er voor in aanmerking. CD&V ziet dan ook geen enkele noodzaak om de kaderovereenkomst te steunen.

2. Bent u van oordeel dat de ondertekening van een cultureel akkoord tussen de regio's een middel zou zijn om de relaties tussen de 3 gemeenschappen te verbeteren en verdiepen?

CD&V: Vanzelfsprekend hebben we geen enkel probleem met het onderschrijven van culturele en andere akkoorden tussen de gemeenschappen (deelstaten). Het sluit net aan bij onze basis houding «samen zien wat we samen kunnen doen, vanuit de basisidee dat de bevoegdheden in beginsel op het niveau van de deelstaten liggen. De deelstaten bepalen in onderling overleg welke zaken best naar het hogere niveau worden getild. De bevoegdheden van de (con)federatie moeten duidelijk worden opgesomd want de confederatie heeft geen andere bevoegdheden dan deze vermeld door Grondwet en bijzondere wet. Daarnaast, en dat moedigen we aan ter wille van de goede verstandhouding en samenwerking in het belang van allen, kunnen de gemeenschappen of deelstaten zoveel akkoorden met elkaar afsluiten als zinvol is.

3. Bent u bereid te vragen, dat de nodige financiële middelen ter beschikking worden gesteld van de Franstalige culturele verenigingen die in Vlaanderen actief zijn, zodat hun voortbestaan wordt gewaarborgd?

CD&V: Het verenigingsleven is voor CD&V van cruciaal belang. Net als de andere «natuurlijke» gemeenschappen (gezin, familie, buurten enz.) zien wij de verenigingen als de belangrijkste bouwstenen van de samenleving. Steun, in vele vormen, aan verenigingen kunnen voor ons zeker en vast, maar dan en vanzelfsprekend binnen het raam van de geldende regelgeving. Een door de Franstalige Gemeenschap gesubsidieerde verdere verfransing van bepaalde delen van Vlaanderen accepteren we niet. Voor CD&V blijven de in de rechtspraak van het Arbitragehof ontwikkelde beginselen over de taalwetgeving en de bevoegdheidsverdeling in België onverkort gelden: gelding van het territorialiteitsbeginsel, principiële eentaligheid van de taalgebieden, Brussel uitgezonderd, voorrang van de taal van het taalgebied, zodat de faciliteiten daadwerkelijk de uitzondering zijn.

4. Ziet u andere middelen om de instandhouding van een Frantalig cultureel leven in Vlaanderen te garanderen?

CD&V: /

 

Met vriendelijke groeten,

 

Cathy Berx
Adviseur Studiedienst CD&V